Zondag 4 september 1944

Onderdelen van de 11th Armoured Division trekken Antwerpen binnen. De haveninstallaties zijn vrijwel onbeschadigd dankzij inzet van het Belgische verzet.
Het Duitse 15e Leger is nu ingesloten. Er zijn twee mogelijkheden: door de geallieerde linies heen breken of ontsnappen via de Westerschelde. Duitse legerleiding verordonneert: stand houden langs Albertkanaal Antwerpen-Maastricht en ter weerszijden van de Scheldemonding, zodat de haven van Antwerpen niet door de geallieerden in gebruik kan worden genomen.

In Zeeuws-Vlaanderen arriveren de eerste Duitse militairen, die op de vlucht zijn voor de oprukkende geallieerden. Een leraar van de Rijks-HBS in Terneuzen schrijft daarover aan zijn ouders: ‘Op auto’s en in brikjes kwamen vuile en vermoeide soldaten de stad binnen in de hoop met de boot naar Hoedekenskerke te kunnen oversteken. Als je je herinnert dat op dat bootje twee, hoogstens drie auto’s kunnen begrijp je welk een opstopping ontstond’. (Van der Ham, 315)

Kinderwagens

Tegen de avond wordt de stroom Duitse militairen met name in West-Zeeuws-Vlaanderen steeds groter en wanordelijker. De Duitsers arriveren op karren, fietsen en in auto’s, die ze in Noord-Frankrijk en België in beslag hebben genomen. Er trekken ook Duitsers voorbij, die hun bagage in kinderwagens met zich meezeulen.
Diezelfde avond blijkt de veerboot Kruiningen-Perkpolder verdwenen te zijn, althans niet meer in de vaart te zijn. Alleen de havens van Terneuzen en Breskens zijn dan nog over voor de vluchtelingen. In de nacht van 4 op 5 september maken de eerste Duitse militairen de oversteek.

Jan Dekker, leider van de Zeeuwse NSB-afdeling, geeft NSB-leden opdracht om Zeeland te verlaten. Welgeteld 22 Zeeuwse NSB-burgemeesters verlaten hun post.

’s Ochtends vertrekken de Sicherheitspolizei en de Ortskommandant uit Terneuzen. In Middelburg vertrekt ‘s middags het vrouwelijk personeel van het kantoor van Rijkscommissaris Münzer; later ook een deel van het mannelijk personeel; ’s avonds wordt een deel van het archief in de tuin van het kantoor verbrand.
Opnieuw evacuatiebevel voor Vlissingen, Souburg, Koudekerke en Ritthem: nu moeten de inwoners naar Zuid-Beveland; de burgemeester van Kruiningen kondigt aan dat er 2000 Walcherse vluchtelingen opgevangen zullen worden. Het bevel wordt weer slechts sporadisch opgevolgd.
In grote delen van Zeeuws-Vlaanderen wordt niet gewerkt en zijn de scholen gesloten.

Radiodistributie

Op de pui van het gemeentehuis van Vogelwaarde wordt een radio geïnstalleerd, die Engelse zenders doorgeeft. In Zaamslag en Aardenburg schakelt de plaatselijke radiodistributie over op de BBC en Radio Oranje.

In Nieuw- en Sint Joosland wappert om 15.30 uur de Nederlandse vlag op de kerktoren – een actie van de dorpssmid en een aardappelhandelaar. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen en op Noord-Beveland verschijnen ook vlaggen en oranje linten.
In Zuiddorpe komen vijftien politiemannen bijeen om af te spreken, welke ‘foute’ elementen moeten worden opgepakt.
In Terneuzen worden explosieven verwijderd bij de Axelse Brug en de Oostsluis.

Dagboekfragment 4 september 1944

In het Bevrijdingsmuseum Zeeland ligt een aantal dagboeken ter inzage. Elke dag publiceren wij een passage uit een van die dagboeken. Vandaag uit het dagboek van C. Puype (Koudekerke).

Ik ga gewoon naar m’n werk, doch dan gaan ’s morgens reeds praatjes Vlissingen, Koudekerke en Souburg evacueren. De Geallieerden naderen de Nederlandse grens. Wij voeren niets meer uit. ’s Middags wordt dit bericht bevestigd. De in aanbouw zijnde torpedojager moet weg. De vernietigingstroepen komen op de fabriek en aan de overkant klinken regelmatig explosies. Wij ontvangen een voorschot op ons loon en smeren hem naar huis. Waar men de evacuatie kalm opneemt en besluit niet te gaan. De laatste courant verschijnt.